Boek ‘Johann Sebastian Bach en de Italiaanse barok’
Mei 2016 verscheen bij uitgeverij Aspekt: ‘Johann Sebastian Bach en de Italiaanse barok’ Alla maniera Italiana.
Het concerto, de triosonate, de cantate met zijn aria´s en recitatieven. Al deze genre´s waarin Bach zijn meesterschap heeft getoond, zijn ontwikkeld in Italië. Als autodidact bestudeerde Bach werken van Italiaanse meesters, hij bewerkte ze, en hij voerde ze uit. Italiaanse invloeden, dikwijls afkomstig uit de in opkomst zijnde opera, brachten frisheid en virtuositeit in zijn muziek, maar ook dramatiek, zoals in de Matthäus Passion. In Alla maniera Italiana wordt Bach tegen deze achtergronden belicht, en dan ook vanuit verschillende rollen, zoals die van vader, broer, leraar, vriend, componist en uitvoerend musicus.
Net als in Dansen met Bach schetst Wim Faas in een mix van historische feiten en literaire fictie een levendig beeld van de grootste componist aller tijden. Voor hen die nog niet zo bekend zijn met Bach levert Alla maniera Italiana een originele kennismaking op, Bach-kenners daarentegen zullen verrassende nieuwe gezichtspunten ontdekken.
Alla maniera Italiana wordt gecomplementeerd met een unieke serie korte portretten van Italiaanse componisten wiens composities Bach heeft bewerkt en veelal ook daadwerkelijk heeft uitgevoerd.
In 1725 gaf Bach Anna Magdalena een notenboekje. Op het kaft tekende hij haar initialen: AMB. Hij noteerde op de eerste pagina’s een aantal stukken van hemzelf, maar verder was het boekje nog leeg. Naast Bach schreef vooral Anna Magdalena … Lees verder →
Twee blokfluiten spelen twee korte muzieknootjes. Twee hobo’s nemen de nootjes direct over en geven ze vervolgens door aan de violen. Dan zijn de blokfluiten weer aan de beurt. Het doorgeven herhaalt zich een paar keer en langzaam maar zeker … Lees verder →
‘Moge uw ouderdom zijn zoals uw jeugd’ – Inleiding bij Bachcantates Utrecht, 6 maart 2022 Het is 4 november 1988. De Utrechtse Bachcantatediensten bestaan al 21 jaar. En op deze zondag wordt voor het eerst de cantate Gott ist mein … Lees verder →
Bach heeft een levendige correspondentie gehad met zijn jeugdvriend Georg Erdmann. Hiervan zijn twee brieven van Bach bewaard gebleven. Ontvangen post van Erdmann is helaas niet bewaard gebleven. In een korte brief van 28 juli 1726 reageert Bach op een … Lees verder →
Van Bachs zonen die de volwassen leeftijd hebben bereikt weten we redelijk veel. Allen kregen betrekkingen als organist of klavecinist, hoewel de één meer succesvol was dan de ander. Verschillende zonen hebben ook prachtige composities nagelaten. Er zijn boeken over … Lees verder →
De eenzame hoogte van Johann Sebastian Bach Allein Gott in der Höh sei ehr “Nicht Bach, sondern Meer sollte er heißen.”Zo sprak Ludwig von Beethoven over Johann Sebastian Bach. Hij is geen beekje, maar een zee met een oneindige en … Lees verder →
Op 9 november is mijn derde Bachboek gepresenteerd: Johann Sebastian Bach, zijn land, zijn tijdgenoten Na ‘Dansen met Bach’ en ‘Alla maniera Italiana’ wordt Bach in mijn nieuwe boek geportretteerd tegen de achtergrond van het toenmalige Duitsland en … Lees verder →
28 december 2011, dag 1: Jambo! (Goedendag) Om half tien rijdt het busje voor. Hij zit al half vol met Tanzaniaanse jongens die de komende week ons zullen bijstaan in de klim. Met z’n achten hebben we voorlopig voor het … Lees verder →
Mit Verlangen drück ich deine zarten Wangen holder, schöner Hyazinth. Und dein’ Augen küß ich gerne, weil sie meine Morgensterne Und der Seele Sonne sind.
Deze basaria is deel 5 van de cantate Geschwinde ihr wirbelnde Winde (BWV 201), ook bekend als de ‘dramma per musica’ Der Streit zwischen Phoebus und Pan. De cantate behandelt de Griekse mythe, de muzikale strijd tussen Phoebus en Pan. De sater Pan (met zijn fluit) daagt de god Phoebus (Apollo) met zijn lier uit. Wie zal de mooiste muziek maken? In deze strijd zingt Pan ‘Zu Tanze, zu Sprunge so wackelt das Herz’ een nogal platvloers lied, terwijl Phoebus het lied ‘Mit Verlangen’ ten gehore brengt. Hij wint hiermee glansrijk.
Hyacinthus is een jonge Spartaan waar Phoebus verliefd op is. Hij sterft in de armen van Phoebus als hij bij een spel discuswerpen de discus op zijn hoofd heeft gekregen. Dat Bach ervoor gekozen heeft om Phoebus over Hyacinthus te laten zingen mag als zeer opmerkelijk gezien worden want hoe je het ook wendt of keert, het gaat in deze mythe over een homo-erotische relatie. In de Bach literatuur krijgt dit aspect nauwelijks de aandacht terwijl deze aria misschien wel het eerste expliciet homo-erotische lied uit de westerse klassieke muziekgeschiedenis is. En dat nog wel van Johann Sebastian Bach!
De aria ‘Mit Verlangen’ is één van Bachs mooiste basaria’s. De instrumentatie is breed: naast het continu spelen een viool 1, viool 2, altviool (allen ‘con sordino’, gedempt’) , traverso (fluit) en hobo d’amore (!). Gezamenlijk leiden deze instrumenten in een kalm en liefelijk samenspel de zangpartij in. Steeds neemt een ander instrument een versierinkje op zich, en zo gaat het de hele aria door.
Het is een aanrader om ‘Mit Verlangen’ via Youtube met een doorlopende partituur te beluisteren en te bekijken. Dan wordt nog beter zicht- en hoorbaar hoe Bach subtiel alle instrumenten laat samenwerken. Soms unisono dan weer aanvullend op elkaar of als echo en hoe ze uiteindelijk de stem van de bas de hele aria door omringen met warme klanken en eigen lijnen en soms muzikaal uitdrukken wat er letterlijk gezongen wordt. Zo wordt het ‘zacht tegen zich aandrukken’ uitgebeeld door achtereenvolgens de fluit, de hobo en de twee violen na elkaar steeds korte en dalende motiefjes te laten spelen die steeds lager klinken. Alsof de ander steeds dichter bij je komt.
Meer over deze aria en het verhaal over Phoebus en Hyacinthus:
Dit duet voor bas en sopraan is deel 4 uit de cantate Durchlauster Leopold (BWV 173a). Bach noemde het werk een Serenata. Het werd uitgevoerd op 10 december (waarschijnlijk 1723) ter gelegenheid van de verjaardag van Prins Leopold, Bachs broodheer in Köthen. Ook in deze huldigingscantate wordt de toegezongen persoon de hemel in geprezen. Daarbij ligt het voor de hand dat Bach en zijn vrouw zelf de zangpartijen voor hun rekening hebben genomen. Anna Magdalena was immers in dienst bij het hof.
Onder zijn paarse mantel is de vreugde!
Het duet ‘Unter deinem Purpursaum ist die Freude’ is uitzonderlijk in Bachs oeuvre. Een lied met drie strofen die achtereenvolgens door de sopraan, de bas en tweestemmig worden gezongen. Daarbij wordt per strofe ook de instrumentatie, de ritmiek (steeds snellere noten) en de toonsoort (G, D, A) aangepast. Zoals vaak in Bachs feestcantates is veel muziek geënt op Franse hofdansen. Bij het genoemde duet noteerde Bach: tempo di menuetto. Op 2e Pinksterdag 1724 kreeg de verjaardagscantate in Leipzig een tweede leven. Met nieuwe teksten, maar dezelfde muziek voerde Bach Erhöhtes Fleisch und Blut (BWV 173) uit, en werd deel 4 ‘So hat Gott die Welt geliebt’. Maar nu mocht Anna Magdalena niet meer meezingen…
Deel 2: ‘Unser trefflicher, lieber Kammerherr’
Deze korte sopraanaria is afkomstig uit de cantate ‘Mer hahn en neue Oberkeet’ (Saksisch dialect voor ‘we hebben een nieuwe overheid’, BWV 212), beter bekend als de ‘Boerencantate’. Feitelijk een ‘laat’ werk van Bach. Hij werd uitgevoerd op 10 augustus 1742 ter ere van de 36ste verjaardag van Carl Heinrich von Dieskau. De uitvoering vond plaats in Kleinzschorzen, een gehucht ten zuiden van Leipzig waar von Dieskau een landgoed had. Een bord herinnert aan de gebeurtenis destijds:
Von Dieskau was directeur van de Leipzigger belastingen en had een belangrijke positie in het bestuur van het district. Onder de bewoners van het platteland was hij geliefd, vandaar wellicht het ‘decor’ van de cantate. Een boer en diens vrouw, die niet vies zijn van een vrijpartij en een borrel in het café, nemen hun landheer goedmoedig op de hak.
Unser trefflicher, lieber Kammerherr ist ein kumpabler Mann, den niemand tadeln kann.
Onze voortreffelijke geliefde landheer is een capabele man op wie niets valt aan te merken.
Het opmerkelijke is dat Bach de aria schreef op basis van ‘La Folia’. Een dansant muzikaal thema van acht maten op basis van vaste akkoorden. In heel Europa was dit deuntje bekend en talloze componisten hebben variaties geschreven op dit thema waaronder Lully, Corelli, Vivaldi en Handel. En ook Bach schaart zich dus in dit rijtje. Met een nieuwe melodie en gracieuze vioolpartij.
De aria voor sopraan is deel 14 van Bach’s ‘Jachtcantate’ Was mir behagt ist nur die muntre Jagt. Bach schreef deze gelukwenscantate in opdracht van zijn broodheer Willem Ernst von Sachsen-Weimar bedoeld voor de verjaardag van een naburige vorst, Christian von Sachsen-Weissenfels. Bach verzorgde zelf de uitvoering, waarschijnlijk tijdens een banket na een jachtpartij. Op een tekst van Salomon Franck keuvelen vier mythologische figuren over de jacht en de liefde om uiteindelijk de jarige vorst in verschillende aria’s de hemel in te prijzen. Zo ook in deel 14:
Weil die wollenreichen Herden, durch dies weitgepriesne Feld lustig ausgetrieben werden, lebe dieser Sachsenheld!
Terwijl de wolrijke kudden, door dit alomgeprezen veld vrolijk worden geweid, leve deze Saksische held!
Begeleid door het continuo speelt de cello als inleiding op de zangpartij een bourée. Alleen al als dit solo gespeeld zou worden (denk de andere instrumenten weg), zou het al passen in één van Bachs cellosuites. Dan volgt de sopraan met haar lied, terwijl de cello op de achtergrond vrolijk doordanst. Als de sopraan is uitgezongen, verwacht je als afsluiting een herhaling van de instrumentale opening. Die komt er ook, maar Bach voegt onverwacht een hobo en een viool toe, en wat dan volgt is een heerlijke variatie in canon-vorm op het bourée thema. Een vrolijk trio met echo-elementen. Ik ken geen aria van Bach die op deze creatieve wijze eindigt. Bach moet zelf ook met deze aria zijn ingenomen, want hij hergebruikte (en verbeterde) het later voor de aria ‘Mein gläubiges Herze, frohlocke’ uit de cantate Also hat Gott die Welt geliebt (BWV 68).