Brich dem Hungrigen dein Brot

Twee blokfluiten spelen twee korte muzieknootjes. Twee hobo’s nemen de nootjes direct over en geven ze vervolgens door aan de violen. Dan zijn de blokfluiten weer aan de beurt. Het doorgeven herhaalt zich een paar keer en langzaam maar zeker wordt dit doorgeefspel muzikaal uitgebouwd richting de zang van het koor: Brich dem Hungrigen dein Brot (BWV 39). Bach heeft het delen van het brood op deze manier prachtig uitgebeeld en leverde bovendien voor 16 juni 1726 een van zijn mooiste cantates af.

Laten we eens Bach proberen te volgen bij het tot stand komen van deze cantate. Er staan drie dingen vast: het is de eerste zondag na Trinitatis, de schriftlezing is de parabel van de rijke man en de arme Lazarus en Bach moet een cantate schrijven die hierbij aansluit.
De eerste zondag na Trinitatis is eigenlijk deel twee van het kerkelijk jaar dat met Advent is begonnen, daarna de Kerstcyclus, de Lijdenstijd, de Paastijd, Hemelvaart en Pinksteren en tenslotte Trinitatis, het feest van de Drievuldigheid. In de zondagen na Trinitatis gaan meer algemene thema’s aan de orde komen.

Bach kiest een tekst uit een bundel cantateteksten uit 1706, waarschijnlijk geschreven door Hertog Ernst Ludwig van Saksen-Meiningen. Sinds maart voerde Bach cantates uit van zijn achterneef Johann Ludwig Bach, de kapelmeester van Meiningen, met teksten van de zeer vrome hertog. Dat Bach in maart stopte met het wekelijks schrijven van een cantate zou te maken hebben gehad met dat hij tijd nodig had voor het componeren van zijn Matthäus-Passion. Uiteindelijk kwam het daar in 1726 nog niet van. Bach bleef echter dat jaar cantates uitvoeren van Johann Ludwig wat er niet anders op kan wijzen dan dat hij content was met de muziek van zijn achterneef alsook met de teksten van de hertog uit Meiningen. Want toen Bach zelf weer cantates ging componeren bleef hij die teksten nog een periode gebruiken. De teksten waren op Italiaanse leest geschoeid, dat wil zeggen met aria’s en recitatieven. Bovendien kende de libretto’s een zelfde symmetrische opbouw: een openingskoor met een tekst uit het Oude Testament, daarna een recitatief en een aria. Vervolgens, in het midden, een tekst uit het Nieuwe Testament gevolgd door een aria en een recitatief. En als slotdeel een koraal. De cantate bestond dan uit een gedeelte voor de preek en een gedeelte na de preek, te beginnen met de tekst uit het Nieuwe Testament.  De cantateteksten waren niet toegeschreven aan specifieke zondagen voor het kerkelijk jaar met bijbehorende Bijbellezingen. Bach koos deze tekst dus omdat hij vond dat hij aansloot bij de lezing van deze zondag. Het is een tekst die voor ons nog angstig actueel is. Brood delen met hongerigen, in huis nemen van ellendigen, vluchtelingen. Het bijzondere is dat de schrijver deze handelingen niet gewoon als ‘goede werken’ ziet, maar als een vanzelfsprekendheid voor de gelovige die zo al een afspiegeling kan zijn van God die via de rijken ook de armen in alles voorziet. De tekst moet ook ons aan het denken zetten. Staat onze rijkdom en ons overmatig gebruik van energiebronnen niet direct in verband met de armoede en klimaatproblematiek in zoveel andere delen van de wereld?  En is er in principe ook niet voor iedereen voldoende zoals gesuggereerd wordt in het eerste recitatief? De vrome hertog schrijft een pittige tekst en heeft hopelijk beseft dat ook hij erg veel lijkt op de rijke man uit de gelijkenis. Het hof leefde op veel te grote voet en ging gebukt onder een grote schuldenlast die door de hoge belastingen helaas vooral gevoeld werd door de burgerij.

Dan nu terug naar Bach en de toonzetting van de cantate. Terug naar de twee blokfluitjes die beginnen met het uitdelen. Op het autograaf van Bach kunnen we veel opmaken hoe Bach verder te werk is gegaan.
Links zien we de letters JJ, die staan voor Jesu Juva. Jezus help. Bach geeft er mee aan dat hij bij het componeren hulp van boven verwacht. Daarnaast zien we het woord Doica, een afkorting van Dominica, Latijns voor zondag en wel de eerste na Trinitatis.
Vervolgens lezen we Concerto voor twee fluiten, twee hobo’s, strijkers en Basso continuo. Dit laatste staat voor de begeleiding met het orgel of klavecimbel en de bas.
Wat opvalt is het woord ‘Concerto’. Waarom staat er geen ‘Cantate’, het stuk is toch geen concert? We moeten dan bedenken dat het woord ‘Cantate’ in die tijd in Duitsland nog niet gangbaar was. Bach noemde de werken meestal een ‘Kirchenstück’. ‘Concerto’ staat er dan ook niet als titel maar als aanduiding voor de vorm en de techniek van de compositie. Er wordt geconcerteerd. Het uit Italië afkomstige concerteren kan vertaald worden als wedijveren of overleggen. Solo-instrumenten, maar ook zangstemmen, gaan in ‘conclaaf’ met elkaar en brengen elkaar op een hoger muzikaal plan. Is concurreren er op gericht sterker te worden ten koste van de ander, het wedijveren bij concerteren maakt dat iedereen beter wordt. Dit horen we precies gebeuren in het openingsdeel van de cantate. Dit alles nog afgezien van de knappe tekstuitbeelding die Bach ook nu weer hanteert: de ingevoegde rust bij het breken van het brood die de ruimte illustreert tussen twee gebroken delen brood of de chromatische notendaling op het woord Elenden die je de triestheid van het uitlandig zijn laat voelen.

Volop geconcerteerd wordt er ook in de eerste aria. Hobo en viool  bootsen elkaar voortdurend na, misschien wel om te illustreren dat het de bedoeling is dat wij ook onze Schepper na bootsen in het bieden van ontferming, zoals de tekst vermeldt.
En zelfs is er sprake van ‘concerto’ in het vierde deel als de bas, als stem van Jezus, de opdracht geeft om te delen. De cello speelt niet slechts begeleidende noten, maar geeft een zanglijn door aan de bas en varieert daar zelf verder op voort.
Dat doorgeven van een thema komt ook weer terug in de laatste aria waarin de sopraan de lange openingsnoten van de twee blokfluiten overneemt. De blokfluiten spelen in  tegenstelling tot het openingskoor nu unisono, samen de zelfde partij. Alsof Bach wil zeggen: nu heeft ieder het gelijke deel gekregen! Om al die snelle nootjes die volgen gelijk en zuiver te laten klinken is geen gemakkelijke opgave, zoals echt eerlijk delen in de praktijk ook vaak lastiger is dan het lijkt.
Na nog een laatste mijmering van de alt wordt de cantate afgesloten met het koraal ‘Selig sind die aus Erbarmen’ op de voor ons bekende melodie van psalm 42 van Louis Bourgeois.
‘Wees goed voor de ander, dan zal de ander ook goed zijn voor jou’ is zo de moraliserende conclusie van de cantate.
Onderaan de autograaf schrijft Bach zijn initialen: JSB en daarachter, niet goed leesbaar, de letters SDG die staan voor Soli Deo Gloria. Aan God alle eer.
Ik wens u veel plezier en inspiratie toe bij het beluisteren van dit concerto.

Uitvoering op 19 juni 2022 in de NoorderLichtkerk te Zeist
Barokensemble Zeist o.l.v. Paulien Kostense

3 gedachten over “Brich dem Hungrigen dein Brot

  1. dag Wim, altijd heerlijk te lezen hoe jij over J.S.Bach schrijft en zijn wonderbaarlijk mooie muziek. Ik geniet er van. Opnieuw: Dank!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s