
Johann Christoph Bach (1671 – 1721)
Herdenkingsjaren van componisten. Elk jaar zijn ze er wel. Vorig jaar nog het 250ste geboortejaar van Beethoven, dit jaar het 400ste sterfjaar van Sweelinck. Op deze manier zou 2021 een dubbel herdenkingsjaar geweest zijn voor Johann Christoph Bach, de oudste broer van Johann Sebastian: zijn 350ste geboortejaar en zijn 300ste sterfjaar. Maar helaas wordt deze Johann Christoph niet herdacht. Hij zal een begaafd organist geweest zijn maar hij was geen componist. Althans, er zijn geen composities van hem bekent. Toch is er alle reden toe hem eens in het zonnetje te zetten want hij heeft een belangrijke rol gespeeld in de (muzikale) opvoeding van zijn jongste broertje.
Johann Christoph was de oudste zoon van Ambrosius Bach en Elisabeth Lämmerhirt. Hij werd op 16 juni 1671 geboren in Erfurt, kort voordat het jonge gezin verhuisde naar Eisenach waar Johann Sebastian veertien jaar later als laatste kind ter wereld kwam. In 1686 ging Christoph studeren bij Johann Pachelbel in Erfurt. Na enkele korte betrekkingen werd hij in 1690 organist te Ohrdruf, een stadje ten zuidoosten van Eisenach. Het betekent dat Johann Sebastian zijn oudste broer in zijn kinderjaren nauwelijks heeft gezien. Nadat hun moeder en vader kort na elkaar overleden kwam de tienjarige Johann Sebastian met zijn vier jaar oudere broer Johann Jacob bij zijn oudste broer in Ohrdruf wonen. Natuurlijk was het gewoon in die tijd, toch zal het niet makkelijk geweest zijn voor Johann Christoph om plots twee van die knapen thuis te hebben. Hij was net een paar maanden getrouwd. Johann Jacob verliet, toen hij vijftien werd, het huis alweer na een jaar. Johann Sebastian bleef vijf volle jaren in Ohrdruf en onderwijl breidde het gezin zich uit met eigen kinderen van Johann Jacob en zijn vrouw Dorothea von Hof.
In Johann Christoph had Johann Sebastian een goede muziekleraar. Van hem ontving hij klavecimbel- en orgellessen. Johann Christoph was in bezit van een verzameling muziekboeken van onder andere Pachelbel, Froberger, Buxtehude en Böhm, exponenten van zowel de Noord-Duitse, als de Midden- en Zuid-Duitse orgelschool. Ook kreeg Bach vioolles. De jonge Bach moet zeer leergierig zijn geweest. Bekend is de anekdote (opgetekend in de necrologie geschreven door zoon Carl Philipp Emanuel) dat hij ’s nachts bij maanlicht stiekem muziek overschreef die hij ontvreemde uit een kast met ijzeren spijlen waar hij net zijn hand doorheen kon steken. Toen Johann Christoph dit ontdekte kon Johann Sebastian zijn kopieën inleveren. Je zou uit dit verhaal kunnen opmaken dat broerlief het niet kon verteren dat zijn kleine broertje hem muzikaal al aan het voorbij streven was.
Toen Bach vijftien jaar werd, was het ook voor hem tijd om op eigen benen te gaan staan en vertrok hij naar het Noord-Duitse Lüneburg om aldaar het gymnasium af te ronden en in zijn levensonderhoud te voorzien door te zingen in het kerkkoor (Mettenchor).
De verstandhouding en de onderlinge waardering tussen de twee broers moet groot geweest zijn. Johann Christoph zal allengs geaccepteerd hebben dat zijn jongste broertje muzikaal gezien tot de buitencategorie behoorde. Hij is verantwoordelijk geweest voor het feit dat verschillende composities van Johann Sebastian bewaard zijn gebleven omdat hij ze kopieerde (nu hij!). Johann Christoph beheerde ook het zogenaamde ‘Alt-Bachische Archiv’, waarin tal van composities werden verzameld van Bachs uit het verleden. Hierin plaatste hij ook werk van Johann Sebastian. [1]
Waardering voor zijn oudste broer blijkt uit een klavecimbelcompositie van Johann Sebastian die hij de titel Cappriccio in honorem Johann Christoph Bachii meegaf. Hoewel het niet met zekerheid te zeggen gaan de musicologen er van uit dat deze compositie stamt rond 1702. Het zou dus kunnen dat de zeventienjarige Bach deze compositie bij zijn terugkeer uit Lüneburg aan zijn broer heeft gegeven. Als een eerbetoon, vanuit dankbaarheid voor de jaren dat hij bij zijn broer mocht vertoeven, maar wellicht ook als bewijs van zijn vorderingen als componist.
Het Capriccio is een toccata-achtig speelstuk in E-groot van zo’n zeven minuten. De titel Capriccio verwijst waarschijnlijk naar het springerige karakter van het fuga-thema wat door het hele stuk klinkt (capricornus = steenbok, een springerig dier). Het fuga-thema lijkt op een thema van Pachelbel wat dus ook een knipoog kan zijn naar Johann Christophs muziekleraar. Over het geheel heeft het stuk een rondeau-structuur. Tussen het steeds terugkerende fugathema (steeds anders uitgewerkt) klinken er vrije delen waarin allerlei sub thema’s uitgewerkt worden met veel gebroken akkoorden en snelle loopjes. Na een groot B akkoord, kort daarna gevolgd door een E akkoord volgen nog een aantal virtuoze loopjes waarna het stuk krachtig eindigt in E. Dit capriccio (zie hieronder de link om het stuk te beluisteren) wordt niet beschouwd als een topstuk van Bach. Toch, – zo heb ik ervaren – als je het stuk een paar keer gehoord heb ga je het steeds meer waarderen. Bij Johann Christoph zal dat ook zeker het geval geweest zijn.
De zeventienjarige Johann Sebastian stond op dat moment aan het begin van zijn carrière en zou niet lang daarna zijn eerste aanstelling krijgen als organist in Arnstadt. Johann Christoph was inmiddels éénendertig jaar oud. Hij zou tot aan zijn dood in 1721 Ohrdruf blijven. Net als zijn vader stierf hij in zijn vijftigste levensjaar. Hij kreeg negen kinderen, zes jongens en drie meisjes. Helaas liet Johann Christoph weinig geld na en moest zijn weduwe in armoede voortleven.
Johann Sebastian bleef na 1702 altijd in contact met dit gezin. Eervol moet zijn peetvaderschap geweest zijn bij de geboorte van de laatste zoon van Johann Christoph, geboren in 1713. Hij werd vernoemd naar zijn toen al beroemde neef: Johann Sebastian. Helaas stierf deze jongen in hetzelfde jaar. Bach ontfermde zich later over twee andere zonen: Johann Bernhardt (1700 – 1743) verbleef enige tijd zowel in Weimar als in Cöthen en werkte als kopiist voor Bach. Johann Heinrich (1707 – 1782) studeerde aan de Thomasschule in Leipzig en zal vast ook regelmatig bij zijn oom over de vloer zijn geweest. Al de zonen van Johann Christoph kregen een functie als organist in Ohrdruf of de directe omgeving en tot 1814 bleef de organistenplek in Ohrdruf in bezit van een nazaat van Johann Christoph.
Johann Christoph. Geen grote Bach, maar wel een belangrijke spil in de opvoeding en muzikale ontwikkeling van de allergrootste Bach. Geen herdenkingsjaar voor hem, maar wel een muzikaal eerbetoon van zijn jonge broer. En één in de vorm van dit stukje…
[1] Ambrosius Bach is begonnen met deze verzameling. Na de dood van Johann Christoph heeft Johann Sebastian het archief in beheer gehad en na zijn dood zijn zoon Carl Philipp Emanuel.