De herders
‘Halleluja! Hij is geboren: de Redder, de Messias, de Heer[1]!
Hier in Bethlehem, in de stal achter de herberg! Laten we blij zijn!’
Het is nog vroeg in de ochtend in Bethlehem. Een paar herders lopen vrolijk door de straten en spreken iedereen aan die ze tegenkomen.
‘Mevrouw! Heeft u het gehoord? Hij is geboren, de Redder! We gaan niet verloren, er is hoop! We hoeven niet in het donker te blijven wandelen. Er gaat licht schijnen in de duisternis!’
De vrouw, die net een sieradenwinkeltje wil binnengaan kijkt verbaasd op. Wat doen die herders zo vroeg in de stad denkt ze, en waar hebben ze het in hemelsnaam over? Wat een paniekzaaiers. ‘Ach beste herders, trek je daar toch niets van aan. Zo donker is het toch niet? Een redder hebben we helemaal niet nodig. We kunnen onszelf prima redden, en als het even tegenzit: maak je niet druk, het komt vanzelf wel weer goed. Diegenen die het niet redden hebben het waarschijnlijk aan zichzelf te danken. Licht in de duisternis? Nee hoor, het is gewoon: na regen komt zonneschijn’.
De herders lopen verder. Niet minder enthousiast na de nonchalante, onverschillige reactie van de vrouw.
‘Halleluja! Hij is geboren: de Redder, de Messias, de Heer! Hier in Bethlehem, in de stal achter de herberg! Laten we blij zijn!’
Even verderop komen ze een man tegen. Een herder herkent hem, hij is de rabbi. ‘Rabbi! Heeft u het goede nieuws gehoord? Hij is geboren, de Messias! Hij is de koning, de hemelse koning! Hij is de lichtende ster. Kijk! Daar schijnt hij al, boven Bethlehem waar hij geboren is in een stal’.
Verbaasd blijft de rabbi staan. Zijn reactie is vol van ontkenning. ‘Daar geloof je toch niet in? Een nieuwe ster aan het firmament? Er hebben er al zoveel verkondigd dat ze de verwachtte Messias zijn. Dit is weer een typisch staaltje van nepnieuws, waarschijnlijk ingebracht door de Romeinen, die tweespalt willen zaaien onder ons Joden. Het zal wel een complot zijn! Het is niet waar! En echt, de Messias die ooit zal komen zal heus niet geboren worden in een stal’.
De rabbi loopt door en de herders kijken elkaar vertwijfeld aan. Hoe kan het nou toch dat hun blijde boodschap niet wordt gehoord? Zelfs niet door de rabbi. Iets minder enthousiast vervolgen ze hun weg terug naar het veld.
‘Halleluja! Hij is geboren: de Redder, de Messias, de Heer! Hier in Bethlehem, in de stal achter de herberg! Laten we blij zijn!’
Bijna buiten de stad lopen ze tegen een Romeinse soldaat aan die hen sommeert stil te staan. ‘In naam van de Keizer, wat roepen jullie daar?’.
‘Soldaat! Heeft u het niet gehoord? Hij is geboren, de Heer! Hij zal ons leiden als een herder. Hij zal ons de goede richting wijzen en een lichtend voorbeeld voor ons zijn’.De Romeinse soldaat reageert resoluut: ‘Wat zeg je daar? Een nieuwe leider? Eén is onze leider en dat is onze keizer die zetelt in Rome. Hij is de geheiligde, de verhevene. Hij straalt als de zon over het gehele Romeinse rijk. Niemand kan zich meten met Keizer Augustus. En zij die denken het tegen hem op te moeten nemen zullen het met de dood bekopen. Ga dat maar zeggen tegen dat zogenaamde heertje in de stal. En dat geschreeuw van jullie wil ik niet meer horen’.
Stom geslagen vervolgen de herders hun weg richting de stadspoort. ‘Horen jullie dat allemaal?’ zegt een herder, ‘ik was zo blij en vrolijk! Maar niemand lijkt het grote nieuws van de geboorte van de Redder, de Messias de Heer serieus te nemen. Verbaasd zijn ze wel maar de één is onverschillig, de ander ontkent het en een derde wijst het af. Ik word hier toch wel een beetje verdrietig van’.
De herders lopen door en komen bij de stadspoort een meisje tegen. Eén van de herders wil de boodschap nog een keer verkondigen maar komt bijna direct tot het besef dat hij een roepende in de woestijn is: ‘Halleluja! Hij is geboren… ach, laat ook maar’.
Ze verlaten de stad door de poort richting het veld waar hun schapen hopelijk nog grazen.
Magdalena
Magdalena is vroeg van huis gegaan. Met haar moeder en broertje woont ze in een klein huisje vlakbij de stadspoort. Haar vader is een paar jaar geleden overleden. Haar moeder is kleermaakster maar verdiend weinig geld. Het lukt vaak niet om rond te komen. Nu is de olie op en kan de enige lamp die ze hebben niet branden. Magdalena heeft bedacht om een mooie steen, die ze ooit van haar grootvader heeft gekregen, te verkopen. Dan zou ze daarmee weer een kruik olie kunnen kopen. Het is een bijzondere steen. Grootvader heeft gezegd dat hij licht kan geven. Was dat maar zo, dacht Magdalena, dan hadden we helemaal geen olie nodig gehad. Toch klopte er wel iets van wat grootvader had gezegd. Overdag lijkt het een gewone steen maar bij maanlicht twinkelen er allemaal mini-kristalletjes en dan is hij echt bijzonder. Toch jammer dat ze de steen moet verkopen. Maar echt licht is toch belangrijker.
Magdalena ziet de herders door de poort de stad uitlopen. Vreemd, denkt ze, die zie je normaal nooit zo vroeg op de dag. Ze hoort wat een herder roept: ‘hij is geboren!’ Magdalena roept hem na: ‘Herder, wie is er geboren?’. Maar de herder hoort haar niet. Ze zijn de stadspoort al door.
Magdalena loopt de stad in en gaat naar een sieradenwinkeltje. Ze laat de steen zien aan de vrouw die achter de toonbank staat. ‘Mevrouw, ik heb een mooie lichtgevende steen. Wilt u die van me kopen?’. ‘Ach meisje’ zegt de vrouw, ‘dat is toch helemaal geen mooie steen? En hij geeft helemaal geen licht. En al zou hij dat doen, wat heb je eraan? Ik heb hier veel mooiere edelstenen en blinkende sieraden. Het is me wat vandaag. Lichtgevende baby’s en nu weer lichtgevende stenen. Het moet toch niet gekker worden, anders wordt ik nog licht in mijn hoofd’.
Magdalena loopt het winkeltje uit. Ze denkt na over wat de vrouw tegen haar zei. Geen mooie steen… het is toch een prachtige steen. En wat zei ze nou over een baby die licht geeft. De herder had het ook al over een geboorte. Zou er toch iets bijzonders aan de hand zijn?
Toen Magdalena dat dacht lichtte haar steen heel eventjes op.
Zag ik dat nou goed? Mijn steen gaf even een helder licht. Verbeeldde ik me dat nou of zou het iets te maken kunnen hebben met de geboorte van dat kind?
Toen zag Magdalena de rabbi van de synagoge aankomen wandelen. ‘Rabbi, ik heb een mooie lichtgevende steen. Hij gaf net nog echt licht. Wilt u die van me kopen? Het geld hebben we nodig voor olie om thuis onze lamp te laten branden. En de olie is zo duur geworden de laatste tijd’. De rabbi keek Magdalena verbaasd aan. ‘Ach meisje. Een steen kan geen licht geven. Laat je toch niets wijs maken. Allemaal nep. Net als die nieuw geboren Messias waarvan ik zo even hoorde, een nieuwe ster… dan is jouw steen zeker een rockstar ha ha ha! Maar even serieus, jammer dat jullie thuis in het donker zitten. Hier heb je wat geld om olie te kopen, want een steen gaat je daarbij echt niet helpen’.
Magdalena bedankte de rabbi voor het geld. Gelukkig, ik heb wat geld gekregen voor olie. Dat is voor een paar dagen wel weer genoeg. Maar hoorde ik nou goed wat de rabbi zei? Hij had het ook al over de geboorte van een kind. Een nieuwe ster. Een Messias. Wat dat is zou ik niet weten, maar het is vast heel bijzonder.
En precies op dat moment lichtte haar steen weer op. En nu een paar keer!
Kijk! Mijn steen geeft weer licht. Ik zag het echt. Hoe kan dat nou? Dit kan toch geen toeval zijn. Het moet te maken hebben met de geboorte van die Messias. Daar komt een Romeinse soldaat aan. Misschien weet hij er meer van. ‘Soldaat, mag ik u wat vragen? Klopt het dat er een bijzonder kind is geboren? Een Messias, iemand die licht zal brengen?’. De soldaat hield halt en luisterde bedachtzaam naar Magdalena. ‘Daar heb ik geen officiële berichten over gehoord, meisje. Maar er was zo juist wel een herder die iets dergelijks vertelde. Over een heer, een nieuwe leider, die geboren zou zijn in een stal. Een raar verhaal. Maar ook gevaarlijk denk ik. Er kan opstand van komen. Ik zal het doorgeven aan mijn centurion. Wij dulden geen nieuwe leider, de keizer is onze heer. Pas maar op met dit soort verhalen, meisje’. En de soldaat vervolgde zijn weg.
Magdalena’s hart bonsde van spanning. Het is dus echt waar. Er is een bijzonder kind geboren. Iedereen heeft het erover. Allemaal zijn ze verbaasd maar ze trekken zich er vervolgens niets van aan. Ze geloven het gewoon niet! Ik moet er meer van weten. De soldaat had het over een stal. Dat moet dan de stal achter de herberg zijn.
Bij die gedachte begon de steen plots weer op te lichten. Hij knipperde zachtjes en ging niet meer uit.
Magdalena keek er vol verwachting naar. Ik ben er vlakbij! Toen ze opkeek zag ze even verderop de herberg met daar achter de stal. Hoog daarboven scheen een grote blinkende ster. Toen begreep ze het: die ster steekt mijn steen aan. Ze wist het zeker. Ik ga naar de stal. Ik ga mijn steen aan het kindje geven.
Voorzichtig deed ze de staldeur open en ging naar binnen.

Het licht
Nog helemaal vol van alle indrukken van wat ze had meegemaakt was Magdalena later die morgen weer thuis gekomen. Ze kon niet ophouden haar moeder te vertellen wat ze allemaal had gezien en beleefd.
‘Het was zo mooi. Een kindje, in doeken gewonden, lag lief te slapen in een voederbak.
En wat zo bijzonder was, toen ik het kindje zag begon mijn steen fel te schijnen. Het verlichte de hele stal en ging niet meer uit.
Ik vertelde de ouders hoe ik de stal had gevonden. Zo grappig vonden ze dat: ik vond hem via drie mensen die er juist niks mee te maken wilde hebben!
Ik wilde de lichtende steen aan het kindje geven. Maar van de ouders mocht ik de steen houden.
Dan zouden we thuis altijd licht hebben.
‘Wie gering is geeft hij aanzien’[2] zei de moeder, toen ze haar kindje liefdevol uit de voederbak optilde en in haar armen nam. Apart hè?
Kijk, de steen brandt nog steeds. Is hij niet schitterend?
[1] Lukas 2:11: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de Messias, de Heer.
[2] Lukas 1:52: heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. (Lofzang van Maria).
Dag Wim, een mooi Kerstverhaal toegevoegd. Bedankt en fijn Kerstfeest met een lichtje enzo…Nico van Tongeren
Beste Wim, Dank je wel voor je prachtige aansprekende verhaal. Gezegende Kerstdagen gewenst ! Met een hartelijke groet, Adri van der Weyde
>
Beste Wim Faas,
Bedankt voor het mooie Kerst verhaal.
De beste wensen voor U en Uw naasten voor 2022.
Wim
Bedankt weer voor je mooie verhaal.
Je vermelding op onze website ben ik niet vergeten hoor. Zit in de pijplijnâ¦
Groets Chris