Dwarriël, een eigenzinnig engeltje

 

download

Een hemels kerstverhaal

Dwarriël:
Ik ga daar niet aan mee doen!
Heb je die tekst gelezen?
‘Vrede op aarde’!  Daar geloof je toch niet in.
Dat ga ik echt niet zingen Gabri
ël.
Ik stap uit het engelenkoor.

Gabriël:
Luister eens Dwarri
ël,
Jij bent een engel, dus je zingt in het engelenkoor.
De tekst, daar ga jij niet over.
En je weet dat we binnenkort als engelen aan de bak moeten.
Het grootste optreden ooit!
Dus opgefladderd! Naar de repetitie.


Verteller:

Het was niet de eerste keer dat Dwarriël  zo tegendraads was. Ze was een eigenzinnig engeltje, met een eigen mening. Maar denk niet dat Dwarriël nou een vervelende engel was. Hij was juist lief en zorgzaam. Maar ze hield nou eenmaal niet van de gebaande paden, of beter gezegd, van de vaste vliegroutes.
Het gebeurde eens dat ze haar vleugels roze had geverfd. Dat gaf wel wat consternatie in de hemel.
`Ja, alle engelen zien er ook hetzelfde uit´ had ze gezegd.
´De mensen op aarde, die zijn man, vrouw, of wat dan ook, maar wij zijn allemaal gender-neutraal’!
Dat roze is nooit helemaal uit haar vleugels gegaan. Net als haar streken trouwens, die bleven ook altijd haar doen en laten kleuren.

En nu dus weer die scene met niet mee willen zingen.
Terwijl er een groots optreden op stapel stond. Nog nooit vertoond! En dat alles ter gelegenheid van de geboorte van het hemelse kind op aarde. Het publiek zou in eerste instantie niet veel voorstellen. Slechts een handjevol herders. Maar daarna, en eeuwenlang door, zou hun lied een grote hit blijken. Ere zij God in de hoge, Gloria in excelsis Deo!
Maar Dwarriël lag weer eens dwars.  Ze gooide de kont weer eens tegen de kribbe.

D: Waarom zou ik mee moeten doen, er zijn toch engelen genoeg?
G: Zonder jouw stem is het engelenkoor niet compleet Dwarriël.
D: Maar Gabri
ël, zeg nou zelf, vrede op aarde: daar gelooft toch geen engel nog in?
G: Het is maar hoe je het bekijkt Dwarriël. Maar ik ga je niet overtuigen. Je zal het zelf        moeten ontdekken.
D: En hoe zal ik dat in ’s hemelsnaam moeten doen?
G: Je gaat mee naar het grote optreden. En ik beloof:  je hoeft niet mee te zingen. Kijk         gewoon maar eens  wat er gebeurd.

Verteller:
Het was weer een knap staaltje engelengeduld van Gabriël. Maar zou dit goed uitpakken? Als Dwarriël iets in z´n kop had, dan had hij het niet in …  nou ja, je weet wel.

De grote dag, of beter gezegd, de grote nacht was aangebroken. Gabriël daalde  met zijn hemelse engelenschaar af naar de aarde. Om precies te zijn naar de velden van Efratha vlakbij Bethlehem.
Dwarriël had zich wat achter in de rijen aangesloten. Stiekem had hij weer een paar likjes roze verf op een paar veren gesmeerd. De bengel.

Hoe het gebeurde, ze snapte er zelf ook niets van, maar van het ene op het andere moment zat ze tussen een stel herders bij een kampvuur.
Haar vleugels en witte engelenkleed waren verdwenen. Ze had herderskleren aan, met een prachtig kleed van roze stof. Wat stond dat goed! Een hele knappe engel in de hemel die dat genaaid heeft…
Het leek voor de herders of het de gewoonste zaak was dat ze bij hen zat. Zagen ze hem wel?
Ze maakten ruzie. Er waren een paar schapen kwijt geraakt en de één gaf de ander de schuld. Het ging er fel aan toe. Ze gingen bijna op de vuist!
Toen, opeens, stond Gabriël tussen hen. De herders schrokken zich lam! Dwarriël natuurlijk niet. Toch was hij onder de indruk van de woorden van Gabriël. ‘Er is een kind geboren; een redder en hij is te vinden in een stal’. Dwarriël begreep dat niet meteen. Een stal? Het was toch een kind uit de hemel? Hij dacht daar nog over na toen plots de hemel gevuld werd met het grote engelenkoor. Ere zij God in de hoge, vrede op aarde, God houdt van de mensen. Dwarriël zong het lied in gedachten mee.
Oef… dat klonk toch wel mooi.

En opeens waren de engelen verdwenen, maar bevond Dwarriël zich nog bij de herders. Ze leken haar nog steeds niet op te merken. ‘Kom’ zeiden ze, ‘we gaan zoeken naar dat kind’. Dwarriël sloot zich aan bij de groep. ‘Maar waar kunnen we dat kind vinden’ zei één van de herders. Voordat Dwarriël  er erg in had wenkte ze van: ‘kom, volg mij maar, ik denk dat ik het weet’ en de herders liepen zo achter hem aan!
In zijn hoofd galmde het lied van de engelen nog na. ‘Vrede op aarde’. Wat betekende dat toch? En gek, maar al lopend voelde Dwarriël al iets van vrede in haar hart.
Het was niet ver. Dwarriël was onbekend in deze omgeving. Maar op de één of andere manier wist ze precies waar ze moesten zijn. ´Daar, in dat schuurtje, daar is het´, wees ze.
De herders gingen naar binnen en vonden het kindje. Het lag te slapen in een kribbe.
Vol verwondering keek ook Dwarriël  er naar. Dit kind, is dit nou de reddende engel? Het kind van de Allerhoogste, die voor ‘vrede op aarde’ gaat zorgen?
Even voelde Dwarriël het protest weer in zich naar boven komen. ‘Dat kan toch helemaal niet’.
Maar toen zag hij hoe al die ruziënde herders stil waren geworden en voor het kindje knielden. Er was vrede in de stal. En op dat moment begon er iets te dagen bij Dwarriël…
Dit kind gaat de vrede niet regelen, dit kind is de vrede.
De Allerhoogste heeft het gegeven. Klein en kwetsbaar. Het laat zien dat als je je open stelt voor de liefde die daar van uit gaat, als je jezelf klein maakt, er vrede in je wordt opgewekt. Dwarriël ziet het aan de herders: ze zijn nog steeds stoer en sterk maar ze zijn ook veranderd. De herders zijn vrienden van elkaar zijn geworden. Als ze de stal verlaten beginnen ze zelfs het lied van de engelen te zingen: Ere zij God in hoge, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.
Voor dat Dwarriël de stal verlaat knielt ze ook neer bij de kribbe. Dan gaat ze naar buiten en sluit ze zich aan bij de herders. Als vanzelf zingt Dwarriël met ze mee: ‘Vrede op aarde’ en in een flits beseft hij dát hij het zingt…
… en op hetzelfde moment staat ze weer als engel tegenover Gabriël in
het hemelrijk.


G: Zo Dwarriël, heb je je vleugels weer eens roze geverfd?
D: Oeps… sorry Gabri
ël, tja, het wil  er niet meer af…
G: Ach, je blijft een buitenbeentje. Maar vertel; hoe staat het met de vrede op aarde?
D: Ik heb de vrede gezien Gabri
ël! Het was een hemels kindje in een armoedige stal,          maar ik had daar het gevoel alsof ik in de zevende hemel was!
G: Ik hoorde je net zelfs meezingen: Vrede op aarde.
D: Ja, want ik begrijp nu een beetje wat er mee bedoeld wordt.
G: En?
D: De Allerhoogste heeft het mooiste van zichzelf gegeven:  Vrede, liefde, vergeving…
Niet als iets wat vanzelf komt, maar om te volgen, om te doen.
Klein durven zijn, net als dat kind.
Durven te dienen, net zoals het kind zal doen als het groot is.
Dan komt vrede vanzelf. Ik zag het bij de herders!
G: Mooi Dwarriël. Dus je zingt voortaan weer met ons mee?
D: Als dat mag, met m’n roze vleugels…
G: Natuurlijk. Die horen toch bij jou?

 

 

Illustratie: Jan Toorop, 1920

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s