Sie werden allen aus Saba kommen

De cantate Sie werden aus Saba alle kommen (BWV 65) klonk voor het eerst op donderdag 6 januari 1724, toen in Leipzig het feest van Driekoningen werd gevierd. Bach ronde er zijn eerste Kerstcyclus mee af, en hij deed dat groots. Met Driekoningen, of Epifanie, wat zoiets betekent als ‘verschijning’ wordt gevierd dat Jezus aan de wereld getoond wordt als koning en verlosser. Centraal staat het verhaal uit het evangelie van Mattheüs over de Wijzen uit het Oosten die een bijzondere ster hebben gezien. Volgens hun was de betekenis daarvan dat er een belangrijke koning is geboren. Met de geschenken goud, wierook en mirre gaan ze achter de ster aan op zoek naar de koning om hem eer te bewijzen.
Met het instrumentele thema van het openingskoor suggereert Bach de karavaan die op weg is naar Bethlehem, met de hoorn, als koninklijk begroetingsinstrument voorop. Sluit je ogen, en in je verbeelding zie je de kamelenkaravaan uit Saba aankomen.

Kwamen de wijzen uit Saba? En, waren de wijzen koningen? De verbeelding heeft het verhaal in de loop der tijden aangedikt. In het Oude Testament staat de geschiedenis van de koningin van Sheba, of Saba, het huidige Jemen zegt men. Zij kwam de machtige Joodse koning Salomo met geschenken bezoeken. Met zijn wijsheid was Salomo in zijn tijd ook een licht in de wereld. De profeet Jesaja herinnert later aan dit gebeuren met de tekst die voor het openingskoor wordt gebruikt, maar Jesaja doelde eigenlijk op de wederopbouw van Jeruzalem, na de ballingschap van de Joden. Het verhaal van de Wijzen uit het Oosten is een echo op deze twee oudtestamentische gedeelten. Nog weer later werden de wijzen, of magiërs, gepromoveerd tot koningen, want dat zou het bezoek aan het geboren kind nog meer bijzonder maken. En het werden er drie vanwege de drie geschenken. Uiteindelijk kregen ze ook namen: Balthasar, Melchior en Caspar. En ze kregen een eigen feest. Driekoningen.

Laten we de verbeelding maar voor lief nemen. Ook bij het beluisteren van deze cantate. Het maakt de muziek nog mooier. Je beleeft het intenser. In het tweede deel van het openingskoor ontspint er een fuga. Eerst met de zangstemmen, slechts begeleid door het continuo. Later mengen de andere instrumenten zich in de beweging richting Bethlehem. Van alle richtingen lijken ze aan te komen. En aan het eind van het openingskoor komen ze daadwerkelijk samen aan en wordt daarom bijna unisono de lof aan de Heer verkondigd.

Bach plaatst, nogal ongewoon, na het openingskoor direct een koraal in de cantate. Een strofe uit het middeleeuwse kerstlied ‘Een kind geboren te Bethlehem’. Een koraal vertolkt altijd de stem van de gemeente. De luisteraar wordt betrokken bij het verhaal. Op deze manier worden wijzelf, als het ware met de koningen, ook de stal ingetrokken. Verbeeld het maar. De bas zingt het in zijn recitatief: ‘muß ich mich auch zu deiner Krippen kehren‘. Tja, en wat hebben wij dan als geschenk te bieden… Geen goud, zingt de bas. Dat is slechts een ijdel geschenk, diep uit de aarde gedolven. Het woordje ‘schlecht’ klinkt dan ook neerbuigend laag in de aria. Nee, geef Jezus je hart. ‘Jesus will das Herze haben’. Dat is het meest kostbare geschenk. En dat is toch wat anders dan ‘Last Christmas, I gave you my heart’.
In het tenorrecitatief en ook in de daaropvolgende aria volgt er een uitleg wat dat wel in zou kunnen houden, je hart aan Jezus geven. Ik vind dat daar mooie dingen in staan. Als eerste een betekenisgeving aan de geschenken van de wijzen. Het goud staat voor het geloof, de wierook voor het gebed en de mirre voor het geduld. De laatste is misschien wat minder voor de hand liggend. Maar tegelijk vind ik het van wijsheid spreken. Geduld als gave. Alles hoeft niet in één keer goed te zijn. Durf af te wachten tot de tijd rijp is. En hou je vast aan die andere twee gaven. Het geloof in God, of wat mij betreft, in het goede. Van jezelf, van de ander. En blijf in contact, biddend, sprekend, luisterend met de mensen om je heen.
In de prachtige tenoraria verschijnt een tweede drieluikje bij ‘Alles was ich bin’. Dat is: wat ik denk, wat ik zeg en wat ik doe. De woorden rijmen inhoudelijk op het geloof, het bidden en het geduld. Want inderdaad, hoe je ook je best doet er is geduld voor nodig om te bereiken wat je wilt. Een jaar is niks.

Je hart aan Jezus geven. Je leven aan Hem wijden. De tekstdichter van de cantate moedigt de luisteraars in Leipzig aan dat ook in het nieuwe jaar 1724 te doen. Wat moeten wij met die oproep in 2024? Kan je er als gelovige of niet-gelovige überhaupt wat mee?
Aan het eind van het evangelie van Mattheüs verteld Jezus een gelijkenis. Hij zegt: ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen mij op. Ik was naakt en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij. Ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe. De hoorders hiervan antwoorden: maar Heer, wanneer hebben wij dat gedaan, wij hebben u niet hongerig, dorstig, als vreemdeling, naakt, ziek of gevangen gezien. Jezus zegt dan: alles wat jullie hebben gedaan voor een ander, dat hebben jullie voor mij gedaan. Aangevuld met het begraven van de doden werden dit de zeven daden van barmhartigheid. In het Latijn: misericordia, hart hebben voor hen die in de misère zijn.
Zie hier, Jezus heeft zelf zijn verlanglijstje op papier laten zetten. De voorbeelden liggen bij wijze van spreken hier in Utrecht op straat * of zijn dagelijks te zien in de krant of op de televisie. Heb hart voor de ander met wat je denkt, zegt of doet.

Met alles wat ik ben. Bach laat het heerlijk horen in de tenoraria op het ritme van het menuet. En natuurlijk wordt dat ‘alles’ met van alles geaccentueerd. Een lange melisme van korte nootjes, en het hele orkest: hoorns, fluiten, hobo’s en strijkers, ze laten zich allemaal horen, ze hebben allemaal hun aandeel. Vullen elkaar aan, volgen elkaar op en beelden op die manier ook samenwerking uit. Ik doe dit, en jij doet dat. Je hoeft niet alles alleen te doen. Met deze cantate heeft Bach ons aan het begin van dit jaar een prachtig geschenk gegeven. Je voelt zijn hart er in kloppen. Het koor en orkest van Bachcantates Utrecht gaat dit geschenk voor ons uitpakken.
Ik wens u een gelukkig, muzikaal en geduldig nieuwjaar toe.

Bachcantates Utrecht, 7 januari 2024

* Tijdens het uitspreken van de inleiding kon ik hier concreet noemen de aanwezigheid van vrijwilligers van de Wensambulance Utrecht die met iemand die nog één keer een Cantatedienst wilde bijwonen aanwezig waren.

8 gedachten over “Sie werden allen aus Saba kommen

  1. dag Wim, wat heb je weer een prachtige inleiding gemaakt bij de uitvoering van ‘Sie werden aus Saba alle kommen, BWV 65’
    Dank,
    Nico van Tongeren

  2. Miljaar dat is weer ne keer interessant, zo leerzaam en zo verhelderend !
    Beste meneer Faas, ik hoop nog veel dergelijke mails ge krijgen van u !

    Veel dank en vriendelijke groeten,
    Dirk Mannekens.

  3. Beste Wim Faas. Dankjewel voor deze mooie verwoording bij Cantate 65. Het blijft een fascinerende reis, de ontdekking van al die prachtige Cantates van Johann Sebastian Bach. Mijn constatering daarbij is steeds: “De mooiste muziek is al lang geschreven……” Dit ter ondersteuning van uw uitspraak mbt “Last Christmas….” Als accordeonist laaf ik mij aan de nootjes van JS Bach. Ik hoop daarbij steeds dat ons genie stiekem mee zit te luisteren, en inspiratie vindt om voor mijn instrument iets te componeren! Hartelijke groeten van een Bach-liefhebber.

Plaats een reactie